Er bestaan een aantal vormen van beademen, die allen tot doel hebben om voldoende lucht naar de longen te verplaatsen. Als uitgangspunt streven we ernaar om het bloedzuurstofgehalte en het bloedkoolzuurgehalte te normaliseren en de kwaliteit van leven te verbeteren. Iedere beademingsvorm heeft zijn eigen voor- en nadelen, techniek en indicatiestelling. Grofweg onderscheiden we een drietal beademingsvormen nl: non-invasieve of maskerbeademing, invasieve of tracheostomale beademing en mondstukbeademing.

Maskerbeademing middels een mond-neusmasker

Maskerbeademing middels een mond-neusmasker heet ook wel non-invasieve beademing. M.a.w. er wordt niets in het lichaam ingebracht. Er zijn verschillende soorten maskers, maar grofweg zijn er een 3-tal groepen.

mondmasker
gezichtsmasker
neusmasker
 

 

 

 

 

Bovenstaand ziet u de verschillen tussen de maskers, maar de werking is in principe hetzelfde. Via het beademingsapparaat en een daaraan verbonden slang, wordt er lucht onder druk in het masker gebracht en voortgeleid naar de longen. De keuze van het masker is o.a. afhankelijk van uw beademingsindicatie, comfort en contour van uw gezicht.

Masker of non-invasieve beademing wordt voornamelijk tijdens de nacht gebruikt. Meestal is met name gedurende de slaap de ademhaling gestoord. Overdag is dan ook maskerbeademing niet nodig. In uitzonderlijke gevallen wordt maskerbeademing ook overdag gebruikt bij patiënten die niet de gehele dag zonder beademing kunnen. Maskerbeademing is in principe een heel veilige beademingsmethode die thuis goed uitgevoerd kan worden. Voorwaarde is wel dat u zelfstandig het masker op- en met name ook af kunt zetten.

Bevochtiging
Normaliter heeft onze neus, naast de reuk en het filteren van de ingeademde lucht, als functie de ingeademde lucht te verwarmen en te bevochtigen. Met non-invasieve beademing komt er meer lucht dan normaal langs de neus-slijmvliezen. Hierdoor kan het neusslijmvlies de lucht onvoldoende bevochtigen en verwarmen. Dat kan tot gevolg hebben dat het neusslijmvlies uitdroogt, makkelijk bloedt en pijnlijk aan kan aanvoelen. Het is dus heel belangrijk dat tijdens non-invasieve beademing de lucht additioneel wordt bevochtigd en verwarmd. Hiervoor wordt een actieve luchtbevochtiger/verwarmer gebruikt.

Endotracheale beademing

Endotracheale beademing wordt ook wel invasieve beademing genoemd. M.a.w. er wordt iets in het lichaam ingebracht om beademing te kunnen garanderen.

We kunnen op 2 manieren endotracheaal beademen nl: via een beademingstube en via een tracheacanule. Wij beperken ons enkel tot het beademen via een tracheacanule. Het beademen via een beademingstube wordt vooral op een intensive-care toegepast en eigent zich niet voor thuisbeademing. Wij gaan hier dan ook verder niet meer op in.

Het tracheostoma

tracheostoma

Een tracheostoma is een kunstmatige, eindstandige opening van de luchtpijp (trachea) via de hals. De ingreep die hieraan vooraf gaat noemt met een tracheotomie, oftewel "het openen van de trachea". Er zijn verschillende redenen waarom een tracheostoma noodzakelijk is, echter binnen de thuisbeademing is de reden meestal het onvermogen om via de normale weg, voldoende te kunnen ademen en/of sputum te mobiliseren/op te hoesten. Het betreft meestal patiënten met een degeneratieve neuromusculaire aandoening. De spierkracht is dermate afgenomen dat normaal ademen te belastend wordt en hierdoor o.a.benauwdheidsklachten ontstaan. Tevens is geen herstel van deze spierkracht te verwachten, in dat geval is een tracheostoma een uitkomst. In het tracheostoma wordt een buisje (tracheacanule) geplaatst. Via deze canule kan beademd en sputum afgezogen worden.

Wij kunnen grofweg op 2 manieren via een tracheostoma beademen:

  • met een ongecuffte canule
  • met een gecuffte canule

Onder een ongecuffte canule verstaan we een canule die geen ballon heeft om de trachea af te sluiten. Er kan dus lucht passeren langs de canule naar boven. Indien een beademingsapparaat aangesloten is blijft dus de mogelijkheid tot spreken bestaan. Indien (meestal overdag) geen beademingsapparaat is aangesloten is dit niet meer mogelijk, tenzij er een spreekklep wordt gebruikt. Dit is een dopje dat op de canule geplaatst wordt op het moment dat de patiënt niet beademd wordt. Hij kan alleen maar inademen via de canule, uitademen gaat dan via de normale weg. Hierdoor is  de mogelijkheid tot spreken gegarandeerd.

Een gecuffte canule is een canule met aan het uiteinde een ballon die opgeplazen kan worden. De luchtpijp kan dus afgesloten worden tijdens het beademen. Er is dus meer controle over de beademing. Tevens bestaat er nagenoeg geen kans dat speeksel of voedsel tijdens het slikken in de luchtpijp terecht kan komen. Dit zijn de twee belangrijkste redenen om voor een gecuffte canule te kiezen i.p.v. een ongecuffte. Groot nadeel is wel dat indien de ballon opgeblazen is de patiënt niet meer kan spreken. 

Bevochtiging

Bij een tracheostoma wordt de ademhaling als het ware ge-bypassed. M.a.w. de lucht gaat niet via de neus/mond-route naar de longen maar via het tracheostoma. De functie van met name de neus is nu uitgeschakeld. Naast reuk en filtering van de lucht is ook het bevochtigen en verwarmen van de lucht uitgeschakeld zolang er geen luchtpassage via de neus is. Indien er geen bevochtiging van de ingeademde lucht plaatsvindt, kunnen de luchtwegen,  met name de trachea, schade oplopen door uitdroging. De lucht dient dus additioneel bevochtigd en verwarmd te worden. Dit kan via een actief bevochtigingssyteem, dat de lucht dus actief bevochtigt en verwarmt voordat zij de patiënt bereikt. Het kan ook passief met een HME-filter (heat and moisture exchanger). Deze filter wordt in het beademingscircuit geplaatst en laat wel lucht maar geen vocht door. M.a.w. bij de uitademing neemt het filter vocht op uit de uitademingslucht die het weer afgeeft tijdens de inademing aan de inademingslucht.

Veiligheid

Zowel bij maskerbeademing als tracheostomale beademing staat de veiligheid voorop. Echter de patiënten uit de tracheostomale groep verdienen extra aandacht omdat het hier "simpelweg" een complexere vorm van beademen betreft. Daarbij zijn de patiënten vaak zorgbehoeftiger en meer adl-afhankelijk. De zorg omtrent deze patiëntengroep is zeker zo complex.  Hoewel de patiënt centraal staat is met name de zorg rondom de patiënt  van groot belang om beademing in de thuissituatie mogelijk te maken. Er moet 24 uurs toezicht te zijn. De alarmopvolgsytemen/oproepsytemen moeten geïnstalleerd worden. Aanwezigheid van bevoegd en bekwaam personeel in het uitvoeren van complexe handelingen dient aanwezig te zijn. Daar wij ook bij deze complexe groep patiënten  streven naar een acceptabele kwaliteit van leven in de thuissituatie, is goede planning,  overleg en  opvolging van groot belang om de veiligheid in de thuissituatie te kunnen garanderen.

Scholing

Zoals hierboven beschreven is de zorg omtrent patiënten met een tracheostomale beademing complex. Zo dient eenieder te weten hoe men met het beademingsapparaat dient om te gaan. Tevens dient men te weten wat men moet doen bij eventuele problemen. Daarnaast bestaan er aan aantal complexe handelingen (bv. canule wissel en uitzuigen van de luchtwegen). Iedere zorgverlener die als verantwoordelijke belast is met de zorg, dient deze handelingen, regulier en in nood, te kunnen uitvoeren. Het CTBM organiseert dan ook cursussen waarbij deze handelingen en vaardigheden geinstrueerd worden. Daarnaast zal er ook een toetsing plaatsvinden die periodiek herhaald dient te worden. Iedere zorgverlener dient dus verplicht deze cursus te volgen immers "niet bekwaam is niet bevoegd". 

Opvolging

U zult minimaal 1 x per jaar uitgenodigd worden op de poli van de  KNO-arts (keel, neus en oor arts). Op deze poli zal gekeken worden naar de canulepositie, de tracheawand, het stoma etc. We trachten dit poli-bezoek te combineren met een bezoek aan uw arts van het Centrum voor Thuisbeademing. Dit omdat (eventuele) beademing onlosmakelijk verbonden is met een tracheostoma.

Het CTBM zal minimaal 2 x per jaar een huisbezoek afleggen en metingen verrichten om de beademing te evalueren.

Mondstukbeademing

Mondstukbeademing is eigenlijk: beademing "on demand". Met andere woorden de patiënt bepaalt zelf wanneer hij een ademteug krijgt van het beademingsapparaat. Voorwaarde is dat de patiënt adequaat en wakker is. Deze vorm van therapie wordt met name toegepast bij patiënten die een neuro-musculaire aandoening hebben waarbij de ademhaling overdag ontoereikend is. Het is meestal een aanvulling op een bestaande beademingsmethode zoals maskerbeademing. Patiënten worden dus gedurende de nacht met een masker beademd en overdag met een mondstuk. Zo tracht men een tracheostoma (indien hier sprake van is) zolang mogelijk uit te stellen.

Voorwaarden

Zoals reeds vermeld is, dient de patiënt bij bewustzijn te zijn en adequaat te kunnen reageren. Daarnaast moet de patiënt met zijn mond bij het mondstuk kunnen komen. Vaak kan dit problematisch zijn gezien de invaliditeit/beperkingen van de (neuromusculaire) patiëntengroep. Vaak is o.a. de handfunctie ernstig beperkt, zijn er vergroeiingen van wervelkolom/ halswervels of andere afwijkingen. Verder moet de patiënt een goede monddruk hebben en moet de patiënt het beademingsapparaat kunnen "triggeren".  Een goede monddruk is nodig om de aangeboden lucht als het ware naar de longen te "sturen" en dus niet te laten ontsnappen via de mond.

Dus:

  • situatie moet veilig zijn!
  • patiënt dient wakker en adequaat te zijn
  • patiënt heeft goede monddruk
  • patiënt moet beademingsapparaat kunnen triggeren

Veiligheid

Er kan sprake zijn van schijnveiligheid omdat de patiënt immers wakker is en zelf bepaalt wanneer hij een teug van de beademing wilt. De veiligheid komt echter ernstig in het gedrang als diezelfde patiënt afhankelijk is van deze vorm van beademing en niet bij machte is om met zijn mond bij het mondstuk te  komen

Sluit de enquête